Ganda Cars laat bussen rijden met de zon

Energent legt grootse zonne-installatie op dak van nieuwe stelplaats.

Openbaar vervoer is er voor burgers. Energent steunt op burgers. Dat is een mooi verhaal.

Het gloednieuwe gebouw van het busbedrijf Ganda Cars ligt wat verscholen tussen het kanaal en de Industrieweg in Wondelgem. Op het dak legt Energent een zonne-installatie van 796 panelen. De grootste realisatie van de burgercoöperatie tot nog toe, goed voor 330 kWp of 280.000 kWh.

‘Wij scouten veel bedrijven en daar hoort de categorie busbedrijven en duurzame mobiliteit bij’, vertelt Bart Turrekens, projectmanager van Energent. ‘Bij Ganda Cars zaten we meteen op dezelfde golflengte. Ze vertelden dat zonnepanelen hun expertise niet is en ze op een goede samenwerking rekenden. In een familiebedrijf kun je vlug beslissen, dat is een voordeel.’ Normaal bouw je een zonne-installatie voor het verbruik onder het dak, zegt Bart. Maar Ganda Cars wil haar busvloot elektrificeren. Daardoor zal over twee tot drie jaar heel wat meer verbruik nodig zijn. ‘Dus bouwen wij een installatie voor wat het bedrijf dan nodig zal hebben. In afwachting kan er veel stroom op het net worden geïnjecteerd en hebben ze inkomsten.’

 

Margarida da Silva Pinto leidt met haar man Philippe Braet en hun dochter Anouk het familiebedrijf, dat 28 werknemers telt. Zij heeft Angolees-Portugese roots. Ze zijn begaan met de klimaatproblematiek en groene mobiliteit. Het familiebedrijf begon in 1932 met een enkele busverbinding, Watervliet-Gent. Vandaag is het een onderaannemer van De Lijn en telt het 20 dieselbussen. De bussen rijden vooral op spitsuren om scholieren en werknemers van en naar school of van en naar het werk te vervoeren. De eerste bus verlaat om 4 uur ’s ochtends de stelplaats. De laatste is om 1.30 uur terug. ‘Wij rijden ook voor het nachtnet’, zegt Margarida.

Ganda Cars krijgt als onderaannemer van De Lijn dienstenregelingen en routes toegewezen, maar is verantwoordelijk voor de busvloot, het personeel en het onderhoud. De Lijn heeft ook een traject voor het elektrificeren van de vloot, maar dat verloopt traag. Onderaannemers schakelen vlugger over naar groene energie. De vraag is hoe De Lijn in hun bestaande en verouderde stelplaatsen bussen zullen opladen.

Half miljoen

De eerste elektrische bus voor Ganda Cars is besteld en wordt gebouwd bij de Nederlands-Belgische onderneming VDL in Roeselare. Een elektrische bus kost 500.000 euro. Het dubbele van een dieselbus. De levensduur is 15 jaar. Die van een batterij acht jaar. De bus zal er begin 2023 zijn.

‘Onze vorige stelplaats op de Evergemsesteenweg was uitgeleefd’, vertelt Margarida da Silva Pinto. ‘De warenhuisketen Lidl wilde onze gebouwen in de Evergemsesteenweg kopen. We zegden ja op voorwaarde dat zij geschikte gronden in de omgeving vonden. Na een intense zoektocht vonden ze deze plek. In juni 2021 was ons nieuwe bedrijfsgebouw klaar.  Bij het maken van de plannen in 2017 waren we er al van overtuigd dat de mobiliteit groener moest. Alle rapporten van milieuexperten en wetenschappers wezen daarop. Ook dat het vlugger moet gaan.

 

Wij wilden een bedrijfsgebouw dat klaar was voor de omschakeling naar elektriciteit en hebben een hoogspanningscabine gebouwd. Als we over tien jaar moeten overschakelen op waterstof, dan is ons gebouw daar ook geschikt voor. Wij kunnen een waterstoftank plaatsen. Onze dieseltank is bovengronds geïnstalleerd en kan vlug worden ontmanteld. Onze carwash en onze toiletten werken met regenwater. Dat bracht extra kosten mee.’

Op termijn vervangt Ganda Cars alle dieselbussen door elektrische bussen. Dat gebeurt met een tempo van een bus per jaar. Margarida: ‘Zodra er tegemoetkomingen zijn van De Lijn voor gelede bussen vervangen we die ook. Maar de bouwers van de bussen kunnen niet volgen. Ze geraken niet aan hun onderdelen en materiaal. Azië bedient eerst de eigen markt. Daar heersen nog altijd coronamaatregelen. Daardoor is onze eerste elektrische bus er pas  in maart 2023.’

In februari wordt een laadstation gebouwd waarmee twee bussen tegelijkertijd kunnen worden geladen. Een uitbreiding naar vier bussen is mogelijk. Die laadpalen komen naast het gebouw. ‘Omdat er nog geen brandveiligheidsregels zijn voor elektrische bussen onderdak en we geen risico’s willen lopen. We hebben gesplitste diensten. Onze elektrische bus rijdt ’s morgens, daarna staat hij stil en ’s avonds rijdt hij opnieuw. Dat is een ideaal scenario, omdat we de bus overdag kunnen laden. Zodra er meer dan vier elektrische bussen zijn moeten we naar een opslagbatterij kijken. We hopen dat dat tegen die tijd de batterijtechnologie beter op punt staat’, zegt Margarida die ook uitlegt waarom ze voor de burgercoöperatie Energent kozen.

Burgervervoer

‘Er is heel veel aanbod voor zonnepanelen, maar weinig grondige kennis. Bij Energent is die aanwezig. In het huidige economische klimaat leek het ons interessant om met een burgercoöperatie samen te werken omdat zij de volledige investering doet en alle zorgen alsook het onderhoud op zich neemt. Wij werken voor de burgers, Energent steunt op burgers vooral uit de Gentse regio. Openbaar vervoer is er voor de burger. Dat is een mooi verhaal. We kregen zelfs al bezoek van een geïnteresseerde coöperant’, vertelt Margarida.

Ze noemt de overheid een onbetrouwbare partner, omdat de regels om de haverklap veranderen. Het verhaal van de zonnepanelen is hier een mooi voorbeeld van. ‘Energent is een betrouwbare partner. We krijgen een vast bedrag voor de stroom en zijn niet meer afhankelijk van een fluctuerende markt. Wij kunnen ons volledig focussen op de aankoop en het onderhoud van elektrische bussen. Daarvoor moeten onze mecaniciens worden omgeschoold.’

 

Bart Turrekens vertelt dat Energent de bouw van de installatie begeleidt en financiert via de derdepartijfinanciering. Het bedrijf betaalt per afgenomen kilowattuur een bepaald bedrag dat lager is dan de marktprijs. Kortom, Ganda Cars is goedkoper af, heeft minder energiekosten en werkt met hernieuwbare energie. ‘Wij werken hier met grote panelen van 2 op 1m30. Technisch gezien is het een interessant dossier.

Voor het injectiepatroon van die installatie zijn er wel meer kabels nodig dan er liggen. Laadsystemen voor de bussen vergen heel wat elektriciteit ter plekke. De laadsystemen worden nagenoeg rechtstreeks aangesloten op onze installatie. Als er zon- en laadvraag is, dan wordt de zon opgebruikt en wordt de stroom niet van het net gehaald. De laadsystemen zullen niet altijd op het tempo van de zon werken. Daarom wordt op termijn gekeken naar een batterijsysteem. Beide partijen dromen van dergelijke installatie.’

Werksfeer

Margarida vertelt dat Ganda Cars een KMO wil blijven. Als onderaannemer hebben ze werkzekerheid al moeten ze over twee jaar weer meedoen aan een aanbesteding bij De Lijn. ‘Dat is telkens spannend, maar we kennen na zoveel jaren het klappen van de zweep. We willen niet groter worden. Voor de werksfeer en de menselijke relaties alsook voor de goede werking is dat belangrijk.’

Als ze op reis gaan testen ze altijd het openbaar vervoer. ‘We waren net bij onze dochter die met Erasmus studeert in Madrid. Het eerste wat we deden was een kaartje kopen voor het openbaar vervoer.’

Energent legde al een grote installatie op het Sportpark in Aalter, maar deze installatie is nog groter. Bart Turrekens stipt aan dat er nog gesprekken lopen over duurzame mobiliteit. ‘Het is alweer een stap vooruit voor Energent. We komen van steden en gemeenten, over woonzorgcentra en scholen en gaan richting industrie. Vorig jaar met Compaan en Culinor hebben we in die wereld onze eerste voorzichtige stappen gezet. We kijken wel uit met welk type bedrijf we samenwerken. Onze coöperanten moeten zich goed voelen bij onze installaties. We kijken naar de stabiliteit van het bedrijf en vragen ons af of de industrie past bij de uitgangspunten van Energent.’

Karel Van Keymeulen – November 2022

Onze elektrische bussen rijden ’s morgens, daarna staan ze stil en ’s avonds rijden ze opnieuw. Dat is een ideaal scenario, omdat de bussen overdag kunnen laden.