Windturbines bedrijventerrein Zwijnaarde

Op de bedrijvenzone in Zwijnaarde, ter hoogte van de kruising van de E40, E17 en de R4 zijn er concrete plannen om drie windturbines te plaatsen. De turbines worden ontwikkeld door Energent, Ecopower, Engie en Eiland Zwijnaarde.

Bij de inplanting van de windmolens gaan klimaatbeleid, de leefbaarheid van de buurt en de zorg voor natuur hand in hand. Slagschaduw en geluidsoverlast zullen beperkt worden volgens de strikte Vlaamse regels, net zoals impact op vogels en vleermuizen.

Bovendien krijgen burgers uit de buurt krijgen de mogelijkheid om mede-eigenaar te worden van een windmolen en op die manier te delen in de winst!

Veelgestelde vragen

Wie gaat de turbines bouwen?

De drie windturbines zullen worden gebouwd op percelen van drie verschillende eigenaars (opgesomd van noord naar zuid): UGent, Amcor en de nv Eiland Zwijnaarde (een publiek-private samenwerking tussen ontwikkelaar Alinso Group NV, de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij POM Oost-Vlaanderen, het Gentse stadsontwikkelingsbedrijf SoGent en de Vlaamse Investeringsmaatschappij PMV). In de nv Eiland Zwijnaarde, is de stad ook vertegenwoordigd door Sogent.

De eigenaars van de drie sites zijn in zee gegaan met verschillende windontwikkelaars. UGent met Ecopower en Energent, Amcor met Engie. NV Eiland Zwijnaarde treedt zelf op als de ontwikkelaar van de meest Zuidelijke turbine. De Provincie Oost-Vlaanderen ziet toe op de afstemming tussen de verschillende ontwikkelaars. Lees meer op de website van Provincie Oost-Vlaanderen.

Om de impact van deze drie turbines samen zo goed mogelijk te kunnen inschatten en de turbines op elkaar af te stemmen, werd beslist om voor de 3 turbines samen één vergunningsaanvraag in te dienen. De aanvraag voor de windturbines zal gebeuren in de loop van 2022.

De gemiddelde doorlooptijd van de bouw van een windturbine bedraagt 4 à 5 jaar. Als de windturbines worden vergund, zal het nog zeker tot 2026-2027 duren voor ze effectief gebouwd worden.

Waarom op deze locatie?

De windmolens komen in de zuidrand van Gent op een bedrijvenzone te Zwijnaarde.

Deze locatie is uitermate geschikt voor de realisatie van windturbines gezien het zich bevindt op de kruising van E40, E17, R4, Schelde en Ringvaart. Dit is met andere woorden een locatie in de nabijheid van grootschalige infrastructuur en op een locatie waar al veel achtergrondgeluid is. Het landschap wordt er reeds gevormd door grote industriegebouwen, bedrijven, drukke weginfrastructuur en de scheepvaart.

Waarom lokale windenergie?

Van alle manieren om elektriciteit te produceren, zijn windturbines op land de goedkoopste en minst vervuilende. Windturbines produceren elektriciteit uit wind: een onuitputbare bron. Tijdens de productie van de stroom komen er geen fijn stof, CO2 of andere broeikasgassen vrij.

Met windturbines kunnen we onze eigen stroom produceren zonder buitenlandse energieafhankelijkheid, brandstofprijsrisico, raffinaderijen, pijpleidingen, uitputting van grondstoffen, radioactief afval, .. die eigen zijn aan de fossiele en nucleaire energieproductie. Door lokale energie te produceren houden we de inkomsten die hiermee gepaard gaan ook lokaal. Bovendien kunnen door middel van participatie omwonenden mee delen in de winst van het project.

Kunnen omwonenden delen in de opbrengsten van het project?

Burgers zullen kunnen participeren bij elk van windturbines. De windturbine van de UGent zal worden gebouwd door de burgercoöperaties EnerGent en Ecopower. Buurtbewoners die binnen een straal van 800m van de windturbines wonen, zullen als eerste de kans krijgen om mee te investeren. Nadien krijgen andere geïnteresseerden de kans.

Bij de windturbine van de nv Eiland Zwijnaarde zal de stad Gent haar aandeel (+/- 30%) eveneens openstellen voor burgerparticipatie. Ook de winturbine van Engie zal gedeeltelijk worden opgesteld voor brugerparticipatie dankzij hun cooperatie CoGreen.

Verder zullen Energent/Ecopower een omgevingsfonds aanleggen en zal een deel van de winst van de windturbine van Eiland Zwijnaarden worden gebruikt om een fonds voor die energieleningen en premies te spijzen. Via Wind4Flanders neemt een investeringsintercommunale, waar ook stad Gent en de gemeente Merelbeke lid van zijn, deel in 50% van de windturbine van Engie. Op die manier vloeien opbrengsten van het projecten eveneens terug naar de omwonenden van het project.

Wat met geluidsoverlast?

Tijdens de opmaak van de vergunning werd het te verwachten geluidsniveau berekend en getoetst aan de normen, samengevat in onderstaande tabel. Het project voldoet uiteraard aan deze normen en gaat zelf verder doordat de noordelijke tijdens de nacht in vermogen zal worden beperkt.

Hoe het geluid van een windturbine wordt waargenomen is persoonlijk en hangt af van de windsnelheid, de afstand en het omgevingsgeluid. Door het grote achtergrondgeluid op de locatie van de windturbines zal het geluid van de turbines niet uitkomen boven het geluid van het verkeer.

Wat met slagschaduw?

Slagschaduw is de schaduw die ontstaat als de zon schijnt doorheen de draaiende wieken van een windturbine. Het resultaat is een snelle opeenvolging van schaduw en zonlicht. Dat is erg vervelend en storend. Om deze schaduw tegen te gaan, worden windturbines uitgerust met een stilstandmodule. Daarnaast zijn de wieken uitgerust met een anti-reflecterende laag, wat lichtreflectie vermijdt.

De stilstandmodule zorgt er voor dat onderstaande normen niet worden overschreden. Deze module bepaalt aan de hand van een lichtsensor, de stand van de zon en de stand van de wieken of er al dan niet sprake is van slagschaduw voor de omliggende gebouwen. Indien de norm is bereikt wordt de turbine stil gelegd.

Zit je nog met vragen?

Raadpleeg onze technische fiche van het project die de belangrijkste achtergrondinformatie verzameld over het project en de effecten ervan op de omgeving: slagschaduw, geluid, impact op natuur en landschap.

Bezoek dan zeker onze algemene pagina met FAQ’s.

Natuur

Vlaanderen is reeds druk bebouwd, daarom zijn geschikte locaties voor turbines schaars. Bij het zoeken naar geschikte locaties wordt nagegaan of het project verenigbaar is met de ruimtelijke eisen van de Omzendbrief RO/2014/02 “Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines”.

Vlaamse zeehavengebieden en industriegebieden worden gezien als logische prioritaire inplantingsplaatsen voor de realisatie van grootschalige windturbines. Daarnaast wordt aansluiting gezocht bij bestaande lijnvormige elementen die het landschap al bepalen. Denk aan autosnelwegen, hoogspanningslijnen of kanalen.

Daarnaast wordt voorkeur gegeven aan ‘clusters’ oftewel meerdere windturbines bij elkaar. Verder wordt nagegaan of op de locaties kan voldaan worden aan de Vlaamse normen voor geluid, natuur, landschap, enz. Verder moeten windontwikkelaars rekening houden met beperkingen door luchtvaart of telecommunicatie.

In 2014 heeft de provincie Oost-Vlaanderen op basis van deze criteria via een gebiedsgericht proces de zone E40 van Aalter tot Aalst verfijnd tot zes clusters die zeer geschikt bleken voor de ontwikkeling van windturbines. Het resultaat van deze analyse wordt getoond in onderstaande afbeelding en geeft een idee van zones met potentie voor de ontwikkeling van windturbineprojecten.

 

 

Hoge windturbines produceren veel meer elektriciteit dan kleinere turbines. Hoe hoger de turbine, hoe meer wind ze vangt. Daarnaast wekken hoge windturbines ook meer energie op omdat ze veel grotere wieken hebben. Een typische 3 MW-windturbine produceert jaarlijks makkelijk 6000 MWh elektriciteit, goed voor het energieverbruik van bijna 2000 gezinnen.

Een middelgrote 100 kW-windturbine produceert daarentegen 179 MWh, slechts 3 procent van een 3 MW-turbine. Om de energie van één grote windturbine te produceren, heb je 33 kleinere turbines van dertig tot veertig meter hoog nodig.

Alternatieven

Windturbines op zee plaatsen is een prima idee: het waait er niet alleen meer, de wind is er ook constanter en voorspelbaarder dan op land. Windturbines op zee hebben echter ook nadelen.

Het belangrijkste nadeel is de kostprijs: omwille van de complexe netaansluitingen, en de diepe onderzeese funderingen, is stroom geproduceerd door windturbines op zee een stuk duurder dan stroom geproduceerd door windturbines op land. Bovendien: we verbruiken nog steeds fossiel opgewekte elektriciteit. Als we de elektriciteitsvoorziening 100% hernieuwbaar willen krijgen, zullen we de windturbines op land hard nodig hebben.

In onze transitie naar een emissievrije maatschappij zijn alle vormen van hernieuwbare energie onmisbaar. Zonnepanelen zijn hierbij een deel van de puzzel want ze kunnen energie produceren daar waar windturbines niet mogelijk zijn. Midden in de stad, boven op daken van gebouwen.

Om evenveel elektriciteit te produceren met zonnepanelen als met windturbines is evenveel heel veel geschikte oppervlakte nodig. Eén moderne grote windturbine op land produceert gemiddeld 9 miljoen kWh groene elektriciteit per jaar. Om evenveel zonne-energie te produceren zijn er niet minder dan 25.000 zonnepanelen nodig. Dat komt overeen met een oppervlakte van zo’n acht voetbalvelden vol zonnepanelen.

Windenergie en zonne-energie zijn overigens heel compatibel. Zonneschijn is er alleen overdag, en in de zomer overvloedig. Als de zon schijnt, is er meestal weinig wind, en als het hard waait, is het meestal bewolkt. ‘s Nachts blijven windturbines gewoon produceren, in tegenstelling tot zonnepanelen. Door in te zetten op verschillende hernieuwbare technologieën kunnen we de klok rond genieten van duurzame energie.

Zonnepanelen zijn dus heel belangrijk maar ze vormen geen alternatief, we hebben zowel zon als wind nodig om snel voldoende hernieuwbare stroom te produceren. Het is geen of-of-verhaal maar een en-en-verhaal

Elke vergunningsaanvraag voor een windturbine bevat een uitgebreide veiligheidsstudie waarmee wordt nagegaan of de locatie van de windturbine voldoende veilig is. Ook adviezen van verschillende adviesorganen houden rekening met de veiligheid. Zo zorgt bijvoorbeeld Skeyes, het overheidsbedrijf verantwoordelijk voor veiligheid in de lucht, er via advies voor dat de windturbines de luchtvaart en radar niet verstoren. Elia, de beheerder van het Belgische hoogspanningsnet, bewaakt dan weer de veiligheidsafstanden tot hoogspanningsleidingen.

Daarnaast bevat een windturbine zelf heel wat technische veiligheden. Als bijvoorbeeld de buitentemperatuur onder nul gaat en er kans is op ijsvorming, stopt de windturbine automatisch met draaien zodra begin van ijsvorming gedetecteerd wordt tot een visuele controle aantoont dat er geen ijs meer op de wieken zit. Een ander voorbeeld is stormweer. Zodra de windsnelheid meer dan 2 minuten boven 25 m/s gaat (ca 10 beaufort), schakelt de windturbine in veiligheidstand zodat de wieken geen wind meer vangen. In Eeklo is dit sinds 2001 nog nooit gebeurd. Er was in die periode wel storm met windstoten boven de 25 m/s maar die duurden onvoldoende lang om gevaar te vormen voor de windturbines. Wanneer een turbine stilvalt, hangt ook af van het type windturbine. Onze turbines in Asse vielen bij de recente stormen begin 2020 wel stil. De bouwnormen voor windturbines zijn trouwens strenger dan voor hoogspanningsmasten.

Elke windturbine is voorzien van

  • Een ijsdetectiesysteem dat de turbine automatisch stillegt bij ijsvorming
  • Een bliksembeveiligingssysteem
  • Een redundant remsysteem, dit wil zeggen dat er zowel aerodynamisch als mechanisch geremd kan worden. Bij heel hoge windsnelheden zorgt het aerodynamische failsafe remsysteem ervoor dat de wieken van de windturbine zich automatisch uit de wind zetten. Daarnaast is er een mechanisch remsysteem dat kan overnemen als back-up.